ARMOEDE EN KINDERMISBRUIK

Filippijnen

De Filippijnen kent een groot percentage kinderen: maarliefst 1 op de 3 inwoners is jonger dan 15 jaar. Veel kinderen leven in armoede en moeten op straat stelen om aan eten te komen, of vechten in een bende om te overleven. Via de politie of een opvangcentrum komen sommige van deze kinderen uiteindelijk bij Batang Pinangga terecht. Vaak zijn ze er slecht aan toe met vele verwondingen en een slechte gezondheid.

Door de groeiende schulden van de Filipijnse regering en de hoge mate van armoede wordt er weinig geld gestopt in sociale voorzieningen en de rechten van kinderen. Meer dan een kwart van de Filipijnse bevolking leeft onder de armoedegrens. Ook stelt de ADB dat de Filippijnen het enige land in Azië is waar sinds 1990 de armoede is gestegen.

Voor kinderen heeft de armoede in de Filippijnen vooral uitwerking in ondervoeding en het gebrek aan onderwijs. Van de kinderen jonger dan 5 jaar, heeft 20,7% te maken met ondervoeding. De kinderen kunnen hier lichamelijk en geestelijk letsel aan overhouden. Ook zorgt de ondervoeding voor een lage weerstand en een verhoogde kans op ziektes. De armoede binnen een gezin zorgt ook voor een enorme achterstand voor de kinderen ten opzichte van kinderen uit de middenklasse. De verzorging en opvoeding wordt binnen arme gezinnen veelal ingevuld door oudere broertjes of zusjes. Deze broertjes, zusjes en ook de ouders hebben zelf ook vaak geen of weinig onderwijs gehad, waardoor het kind zich in de eerste belangrijkste levensfases niet genoeg ontwikkelt.

Kindermisbruik

Een veel voorkomende vorm van kindermisbruik in de Filippijnen is kinderarbeid. Kinderen die voortijdig het onderwijs verlaten of nooit aan onderwijs toe zijn gekomen, moeten vaak een bijdrage leveren aan het gezinsinkomen. Gezinnen die onder de armoedegrens leven, of net daarboven, zijn afhankelijk van de inkomsten van alle gezinsleden. De kinderen worden gedwongen om hun steentje bij te dragen.

Kindermisbruik vindt veelal plaats op straat. Het is niet duidelijk hoeveel straatkinderen er precies zijn in de Filippijnen. Ruim opgevat zijn straatkinderen “kinderen die het grootste deel van hun tijd op straat doorbrengen en dit doen zonder toezicht van een ouder of een andere volwassene”. Vanuit deze benadering telt de Asian Development Bank ongeveer 4 miljoen straatkinderen in de Filippijnen; ongeveer 10% van alle Filipijnse kinderen.

Volgens Emma Bantiles (Social Worker, Batang Pinangga) geeft niemand om straatkinderen; zij hebben geen ouders, zijn vies en zwak. Zij worden gezien als uitschot van de samenleving. Overleven op straat betekent voor kinderen vaak dat zij zich aan moeten sluiten bij bendes. Deze bendes misbruiken de kinderen voor veel uiteenlopende doeleinden.

Kindermisbruik

Zo vertelt Emma: “Connecting to a gang is their only opportunity for protection. The gangs use them for stealing, dealing or even as sexual objects for tourists and others.”

De kinderen worden misbruikt, mishandeld of komen in de prostitutie terecht, maar zwijgen hierover omdat ze bang zijn voor het geweld.

“The children get abused, sexually and physically. The people treat them like they are nothing, so they often think they are nothing. They think it’s normal and they are happy to be part of the gang.” vertelt Juda Carpintero (Director, Batang Pinangga).

In de Filippijnen zijn maar weinig organisaties die opkomen voor de rechten van straatkinderen. Door overheidsinstanties wordt vaak hardhandig opgetreden tegen de straatkinderen. In de grote steden zijn enkele opvangcentra voor straatkinderen, maar de kinderen hebben slechts een beperkte toegang tot deze centra. Wanneer een kind bovengemiddelde zorg nodig heeft, wordt deze de toegang geweigerd tot de opvangcentra; dan kost de zorg van het kind teveel geld.